zondag 19 december 2010

Van de Dogon naar Burkina

Dag 21-22

Daar op de falaise de Dogon werd al snel besloten van een dag te blijven en een korte begeleide wandeling te maken langs enkele authentieke Dogon dorpen. 1 van de broers van het dorpshoofd ging met ons langs de steile wanden naar beneden om 2 dorpen later ons te verrassen met een klim langs een soort ladders, gemaakt uit een boomstam, recht terug naar boven. Wij vonden dit spectaculair, maar als even later een moeder met korf op het hoofd en kind op de rug, dit zonder verpinken nadoet, plaatst dat alles terug in perspectief.

Het landschap en de dorpen zijn zonder meer fantastisch, het feit dat onze gids ons langs alle dorpshoofden leidt, zonder vooraf te verwittigen dat een gift van colanoten vereist is, is dat net iets minder. Meer dan eens staan we met de mond vol tanden, en bij het 3de dorp gaan we op zoek naar iets om te dorphoofden te plezieren, we kopen dan maar 3 pakken thee.

Overal worden we gevolg door de kinderen die spontaan onze hand vastnemen en dan beginnen te vragen naar een stylo, bonbon of argent, maar meestal gewoon verlegen goedendag komen zeggen.

De dag erop wordt ik wakker met alle symptomen van verkoudheid, altijd verdacht hier in malariagebied, maar het is hier dan ook winter. Dat het winter is zie je duidelijk aan de lokale bevolking die ´s morgens met dikke jassen rondloopt en klaagt over de koude, terwijl de temperatuur hier nauwelijks onder de 20 graden zakt.

Ondanks een kop vol snot zetten we koers richting Burkina Faso, waarbij eerst een duinengorgel moet bedwongen worden, en ons dan een 30 km zeer zanderige piste wacht.

Nicolaas en ik gaan er vlot door, gepaard met enkele valpartijen, maar voor Boni, die nog geblesseerd is en Isabel, die moeite heeft met het gewicht van de motor, zijn de eerste 100 meter zeer moeizaam.

Isabel heeft echter een oplossing gevonden in de bushtaxi, terwijl Nicolaas haar motor erdoor rijdt.


Ondertussen ontdek ik ook nog een flinke deuk in m n achtervelg, waarschijnlijk opgelopen door op asfalt in een diepe put te rijden.

In de namiddag bereiken we dan de Burkinese grens, waar een ander probleem opduikt, we zijn wel bij de douane aangemeld na ons grensoverschrijdend rivieravontuur, maar niet bij de politie, we hebben dus geen ingangsstempel voor Mali.

Het is alsof we een voorkeur hebben om illegaal te reizen, maar dit is gewoon een blunder, daar we nog in het politiestation zijn geweest om de weg te vragen naar de douane. Gelukkig is in Afrika een oplossing nooit veraf, en na betaling van 5000 Cfa zet de politieofficier een ingangs- en uitgangs-stempel, compleet met 2 verschillende handtekeningen.
Nu we eindelijk officieel in een land zijn, gaat het snel richting Ouagadougou, de hoofdstad met de leukste hoofdstadnaam ter wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten