Dag 6 vervolg
Toen het stof was gaan liggen, zag ik Boni alweer rechtstaan met alle ledematen er nog aan, verklaren dat het allemaal wel meeviel. Enkel wat kneuzingen en schaafwonden, leek het. De motor bracht het er zelfs nog beter vanaf, rechtop zetten en verder rijden.
Amper een paar kilometer verder was het mijn beurt, in een diepe zandgeul raakte de motor de rotsen aan de linkerkant en crashte hard, ik maakte een koprol en had gelukkig niets, de motor een gebogen radiator en plastic schade.
Amper een paar kilometer verder was het mijn beurt, in een diepe zandgeul raakte de motor de rotsen aan de linkerkant en crashte hard, ik maakte een koprol en had gelukkig niets, de motor een gebogen radiator en plastic schade.
Door de gebogen radiator zat de ventilator klem en zou de motor, net als mij, verschillende keren oververhitten die dag.
De radiator volgt normaal de vorm van het plastic rooster ervoor |
Toen we een beetje verder stopten onder een boom, kon Boni nog amper afstappen, de spieren begonnen te verstijven, met veel moeite ging hij liggen en verklaarde dat de dag erop zat voor hem. Hij was geraakt aan de schouder, heup en linkervoet. Verschillende Senegalezen uit het nabije dorp kwamen kijken en we zouden daar kunnen blijven, maar tussen vlooien en geiten slapen leek mij niet erg aanlokkelijk. Volgens 1 van hen was de piste nog maar 25 km lang en zou er dan asfalt zijn. We wilden hem geloven, echt. Na een uur overleggen en een aantal emotionele momenten besloot Boni, die nooit pijnstillers neemt, er enkele van mij te proberen. Ik wist namelijk dat de dag erna bewegen onmogelijk zou zijn en dat zou betekenen dat we mogelijk nog verschillende dagen in een huttendorp bij 45 graden zouden moeten spenderen. Tot ongeloof van Boni begonnen de pijnstillers te werken en kon hij terug bewegen en zo zag hij het zitten om dat laatste stukje heel voorzichtig af te leggen, het was immers nog maar 25 km en we hadden nog meer dan 4 uur zonlicht.
Wat volgde waren uren van afzien, onder een verschroeiende zon en een verslechterende zandpiste. Regelmatig moest ik stoppen, omdat hoeveel ik ook dronk, ik een droge mond en hoofdpijn had, tekenen van dehydratatie. Boni viel nog enkele keren pijnlijk tegen lage snelheid en we kregen de motor nog amper terug recht, dan moest hij er terug op geholpen worden en konden we weer verder ploeteren. Het was toen 16u en waar de piste moest overgaan in asfalt, hadden we enkel visioenen van asfalt, de piste verslechterde in nog meer los zand, in een poging ons te breken, ons van ons doel af te houden. Toen was er echter maar 1 richting en dat was vooruit. In mijn hoofd het refrijn # Het gaat goed, het gaat beter, alweer een kilometer # Ik hallucineerde nog net niet toen we de eerste tekenen van beschaving bereikte, een vuilnisbelt, en daar achter een stad met hotels. We feliciteerden elkaar, maar besefte dat we veel van onze bewaarengels hadden gevraagd, misschien teveel. s Avonds in het hotel schrokken we beiden toen Boni z n schoen uittrok...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten