maandag 6 december 2010

De oversteek

Dag 10

Senegal en zijn bewoners zullen altijd in ons hart gesloten liggen, we hebben er enkel leuke ontmoetingen gehad met hulpvaardige mensen met heel wat humor.
De laatste mail echter van de kwaade baas van de scheepsfirma, waarin hij onze voorstelling tot betaling van de kosten, parreert met de eis van 40 000 euro per moto, doet ons besluiten het land zo snel mogelijk, en wel illegaal, te verlaten.

Op een paar uur zijn de plannen klaar met de hulp van een goede landkaart, maar nog meer met het gebruik van de sattelietbeelden van google earth, waar praktisch elk ezelspaadje op te zien is. Waypoints worden in de gps gezet, en de volgende dag vertrekken we voor daglicht.

De eerste 150 km zijn asfalt, het bord midden op de weg [Gendarmerie/arrete] wordt met een zwier ontweken nog voor de betreffende gendarme uit de schaduw van een boom tevoorschijn is gekomen, en zo draaien we iets verder de onverharde hoofdweg van een dorp op. Hier begint de weg naar de vrijheid.

De piste is zeer mooi maar er moet wel genavigeerd worden, want er zijn paden in alle richtingen. De lokale bevolking, die hier nog nooit een toerist zag, is echter heel behulpzaam.

Vrij vlot komen we dan ook aan waar we moeten zijn, namelijk,het drielandenpunt (Senegal/Mauritanie/Mali) bij Balou.

Nog 1 obstakel zit tussen ons en Mali, de rivier Faleme. Met een gids uit het dorp op een motorfiets, verkennen we een paar plaatsen waar de rivier doorwaadbaar zou zijn,maar gezien de zachte zandbodem en Boni's eerdere slechte ervaring met een rivier doorsteek (zie youtube), achten we het te gevaarlijk. Dan wordt de man van het dorp met een pirogue (kanoo) gebeld, want zelfs in de kleinste dorpen is gsm ontvangst. De man wil 10000 Cfa, wat een 15 euro is, we wegen dit even af tegen de 40000 euro, en aanvaarden.

Heel de oversteek gaat vlot en met de hulp van een tiental negers, staan we iets na de middag aan de overkant.


Het is ons gelukt! Of nog niet helemaal, we moesten nog van de oever naar boven, tewijl ik met volle bepakking door het zand worstel, komt om de hoek de weg naar boven langzaam in zicht, een steile rotspartij met diepe geulen links en rechts. Ik heb geen tijd om na te denken, als ik stop in het mulle zand zit de motor vast en er rest dus niets anders dan er vollegas voor te gaan. Eens op de stenen krijgt het doorspinnend achterwiel grip en ik schiet de helling op. In een paar seconden beslis ik over de lijnen die ik moet volgen, maar gelukkig valt de motor stil, zodat ik de weg wat verderop beter kan bestuderen. Ik ben bijna boven als de motor nogmaals afslaat en het achterwiel in een diepe geul zakt.




Samen met de al wat oudere man uit het dorp, en de stokoude werker van terplaatse, sleuren we de loodzware motor eruit en leg ik de laatste meters af. Even denk ik dat ik dood ga en de helpers leggen me in de schaduw en gieten water over me, de temperatuur, 42 graden.

Ik loop terug naar beneden, om Boni te waarschuwen, die nog steeds niet 100% fit is. Met zijn nog zwaardere motor zal het nog moeilijker worden. In een vlaag van zinsverbijstering besluit Boni zijn motor naar boven te laten rijden door onze gids. Die jongen ziet dat helemaal zitten, en valt de helling volgas aan, zoveel roekeloosheid, daar kan je enkel maar respekt voor hebben. Bijna boven gaat het bijna spectaculair mis, hij recupereert maar zakt dan in de andere geul,daar waar ik ook vast zat.
Met de hulp van iedereen, ook de kinderen deze keer,staan we boven. Ook leuk, een kind van 7 jaar, naar beneden sturen om de gigantische bagagezak van Boni op te halen, meer als grap, maar als je dan die zak, die groter is als het kind, zonder problemen naar boven ziet dragen, kan je enkel maar respekt hebben voor deze mensen, die alles zouden doen om die vreemden te helpen.
Er resten dan nog 2 uur piste langs dorpjes die nooit eerder een toerist zagen passeren, wat het toch iedere keer weer speciaal maakt, iedereen is blij en wil kennismaken en dat maakt de moeheid en warmte dan toch weer draagbaar.
Nog 2 uur later staan we in Kayes, Mali en neem ik een duur hotel om onze overwinning te vieren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten